Wat zijn de Federatiewedstrijden.
20 sept.: Federatiewedstrijden vendelen, trommen, bazuinblazen en standaardrijden
Gildebroeders uit heel Brabant en noordelijk Limburg komen naar Beek en Donk.
Het zal een flinke bont spektakel worden, op 20 september aan de Heereindsestraat in Beek en Donk. Een kringgildefeest organiseerde het Sint Leonardusgilde uit Beek en Donk al eerder, maar dit jaar haalde het een ander groot evenement in huis. De Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden houdt jaarlijks een kampioenschap in vier disciplines: vendelen, trommen, bazuinblazen en standaardrijden. De bij de federatie aangesloten gilden komen uit heel Brabant en een stukje noordelijk Limburg. Nadat de gilden op het KPJ-terrein een korte optocht en vendelgroet aan de wereldlijke overheden hebben gebracht, houden ze de rest van de dag hun wedstrijden op het KPJ-terrein aan de Heereindsestraat. Individuen en groepen –in totaal naar verwachting zo’n 350 gildebroeders- onderwerpen er zich aan het oordeel van de jury. Bij de vorige edities wisten gilden uit drie Laarbeekse kernen een prijs in de wacht te slepen.
Vendelen misschien wel het bekendste onderdeel in onze regio is het vendelen. Wat niet iedereen weet is dat elke beweging, elke slag een betekenis heeft. Een vendelier die zijn vlag onder een been laat gaan, laat bijvoorbeeld zien dat hij standvastig is. In feite vertellen de vendelzwaaiers een verhaal. Het gebed van Sint Joris bijvoorbeeld.
Welk verhaal ze vertellen, mogen de vendeliers zelf uitmaken. Wel zijn er verplichte figuren en dienen de deelnemers elke beweging aan twee kanten te maken, zowel links als rechts.
Een andere eis aan de vendeliers is dat de vlag de grond niet mag raken. Gebeurt het toch, dan word je niet gediskwalificeerd, al weegt het natuurlijk wel mee in de beoordeling. Het is een teken dat er iets mis is met de balans. Wie zijn vlag laat vallen is wel ‘af’.
Vendelen draait vooral om balanceren. De hele vlag, met steel en bal aan de onderkant, weegt 4, 2 kilogram. De vlag zelf is 1,80 bij 1,80 meter. De kunst is om de vlag goed zichtbaar te laten zijn, hij moet vlak en strak door de lucht gaan. Dat betekent dat de vendelier zijn bewegingen niet te snel moet maken, want dan gaat de vlag fladderen.
Een hele oefening duurt acht minuten. De helft daarvan doet de gilde broeder staand, de andere helft bestaat uit acrobatiek. Een vendelier maakt zijn bewegingen dan bijvoorbeeld zittend of knielend op de grond.
Trommen
Een gildetrommel is niet te vergelijken met de snaredrums uit harmonieën en drumbands. Al is het maar omdat er een ander, natuurlijk vel op zit, gemaakt van kalfsblaas. Dat is erg gevoelig voor het weer. Regent het of is het koud, dan verdwijnt de spanning van het vel en klinkt de trom doffer. Het trommen wordt dan ook moeilijker. Bij mooi weer daarentegen wordt het vel strakker, klinkt de trom mooier en kan er technisch iets meer.
Verschillende trommelaars hebben een achtergrond bij de drumband. Technisch gezien moeten ze, als ze bij het gilde komen, wel een veer laten. Een te moeilijk werk op een gildetrom klinkt niet. Bovendien spelen de trommelaars met dikkere dan normale stokken. De jury let streng op het tempo. Dat moet passen bij het gilde en daarom op een tempo van negentig slagen per minuut liggen.
De jury let bij het beoordelen van de trommelaars onder meer op de techniek. De vaardigheid van een trommelaar is heel goed te horen aan een roffel, die dan ook een verplicht onderdeel voor de deelnemers vormt. In minimaal een minuut moeten ze van een langzame roffel naar een snelle gaan en weer terug.
Trommen gebeurt zowel individueel als in groepsverband.
Bazuinblazen
Het minst bekende onderdeel van de federatiewedstrijden in onze regio is het bazuinblazen. In andere delen van Brabant, zoals in het Marikiezaat (Bergen op Zoom), de Baronie (Breda) en de omgeving van Oirschot blazen wel veel gildebroeders op het instrument zonder ventiel.
De jury let hierbij op heel veel zaken, zoals dynamiek, techniek houding en discipline. Er zit een adder onder het gras: de muziek moet goed bij een gilde passen, moet gilde-minded zijn. Niet alle muziek die de deelnemers spelen, is van oorsprong voor een gilde geschreven en dat kan lastig zijn. Een harmonie bijvoorbeeld marcheert, het gilde gaat. Met andere woorden: het tempo van harmoniemuziek is hoger dan dat van gildemuziek. Je kunt een bestaand nummer gewoon langzamer spelen, met negentig in plaats van honderdtwintig slagen per minuut. Maar dat wil niet altijd zeggen dat het net zo mooi blijft. De muzikanten mogen zelf hun muziek kiezen. Blazers kunnen zowel individueel als in een groep aantreden.
Standaardrijden
Zijn het bij sommige gilden de bazuinblazers die de groep aankondigen, veel gilden in onze regio hebben een andere manier. Een meter of tien voor de groep rijdt een gildenbroeder te paard. Hij slingert over de weg, met een slangenbeweging die ongeveer net zo breed is als de groep. De ruiter en het paard maken de weg vrij. Deze discipline heeft een eigen naam: het standaardrijden.
Standaardrijders dragen ook het vaandel van het gilde. Dat is een vlag waarop meestal een afbeelding van de patroonheilige staat. Vaak staat er ook het wapen van de gemeente op waaruit het gilde komt, of zijn de kleuren daarvan in het vaandel verwerkt. In het verleden waren er alleen maar standaardruiters, nu er ook gilden zijn waarbij vrouwen toegelaten zijn zie je steeds meer amazones, vrouwelijke standaardruiters.
Voor het aansturen van het paard met de teugels blijft maar een hand over. Dat maakt het standaardrijden lastig. Tijdens de gildefeesten kunnen de standaardruiters/amazones ook deelnemen aan een dressuurproef. Zowel in stap als in draf worden er een aantal figuren gereden. En degene die de mooiste proef rijdt wordt dan de kampioen. Van oudsher werden er veel koudbloedpaarden als standaardpaard gebruikt, nu zie je meestal luxe (Kwpn) en Friese paarden. Om de deelname aan de dressuurproef te bevorderen wordt er, bij voldoende deelname in, 3 categorieën gereden: gevorderden, minder gevorderden en ruiters/amazones met koudbloedpaarden. Na afloop van de wedstrijd worden de prijzen dan op of nabij het hoofdterrein uitgereikt aan de ruiters en amazones die dan op het paard staan opgesteld.